In
Nederland kennen we
vrijheid
van
onderwijs. In
de grondwet van 1848 o.l.v.
Johan
Rudolph Thorbecke werd de vrijheid van onderwijs als volgt
geformuleerd; “Het
geven van onderwijs is vrij, behoudens het toezigt der overheid, en
bovendien, voor zoover het middelbaar en lager onderwijs betreft,
behoudens het onderzoek naar de bekwaamheid en zedelijkheid des
onderwijzers; het één en ander door de wet te regelen”.
1,5
miljoen kinderen volgen op ongeveer 7000 scholen basisonderwijs,
verdeeld in openbaar of bijzonder onderwijs. De leerplicht geldt voor
kinderen van 5 t/m 16 jaar, daarna gedeeltelijke leerplicht tot 18
jaar. Tot 1985 kenden we de Kleuterschool voor kinderen vanaf 4 jaar.
- Onderwijs
wordt
binnen een door de overheid bepaalde structuur gegeven door personen
die daarvoor speciaal zijn opgeleid, zoals onderwijzers, leraren en
docenten.
- In
1857 ontstaat de Onderwijswet, in 1900 de
Leerplichtwet.
- Dankzij
de wet van Van Houten in 1874 is het verboden voor kinderen tot 12
jaar in de fabrieken te werken. Er is dan nog erg veel analfabetisme
onder de bevolking van Nederland.
Ruim
een eeuw is er schoolstrijd
geleverd
voor bijzonder onderwijs, niet te verwarren met speciaal onderwijs,
dit is voor kinderen met een handicap of gedragsproblemen.
De
openbare scholen vielen onder verantwoordelijkheid van het openbare
bestuur (gemeenten en rijk). De
bijzondere scholen
onder
schoolbesturen die door ouders werden bemand.
Tussen
1888 en 1917 was het vraagstuk van de financiering van het bijzonder
onderwijs, de politieke tegenstelling in Nederland.
De confessionele partijen waren voor gelijkstelling van het bijzonder
onderwijs, de seculiere tegen.
Na
een langdurige politieke en maatschappelijke strijd werd uiteindelijk
in 1917, met instemming van alle grote politieke stromingen in
Nederland, de financiële gelijkstelling bereikt. De
schoolstrijd mondde er uiteindelijk in uit dat ouders vrij waren om
scholen naar eigen inzicht op te richten en dat deze scholen in
financiële zin gelijk werden gesteld met openbare scholen,
vastgelegd in de Wet
op het Lager Onderwijs van 1920.
Abraham
Kuyper en Guillaume
Groen
van Prinsterer zijn hiervoor belangrijk geweest.
Zowel
bij het protestants, algemeen christelijk als katholiek onderwijs is
de christelijke geloofstraditie het richtsnoer voor de
levensbeschouwelijke vorming. De praktijk van het alledaagse
onderwijs wijst uit dat er binnen de richtingen op verschillende
manieren met de godsdienstige oriëntaties wordt omgegaan.
Met
een oprichtingsbijeenkomst in de consistorie van de Hervormde Kerk,
was Zuid-Beijerland in July 1864 het eerste dorp in de Hoeksche Waard
met een 'Vereniging tot oprichting en instandhouding van Scholen met
de Bijbel'.
Dit jaar 2014 dus 150 jaar geleden en reden voor deze opdracht van een
Jubileumboek!
Een
groep schrijvers werd gevonden onder oud-leraren en oud-bestuurders
van Christelijke Scholengroep De Waard om 150 jaar schoolgeschiedenis
door te nemen. Hiervoor was het Archief Christelijk-nationale
Schoolvereniging, samengesteld door Frans Aardoom in het gebouw van
CSG de Waard, beschikbaar. Elk van de schrijvers zocht op eigen
wijze naar sporen in het onderwijs van het dorp naar keuze. De
aanvankelijke gedachte dat dit zou leiden tot dezelfde verhalen bleek
reeds tijdens een der eerste bijeenkomsten ongegrond. Met elkaar werd
gezocht en gevonden naar originaliteit. Dit was ook noodzakelijk
omdat er reeds diverse boekjes werden uitgegeven bij schooljubilea.
Met
plezier denk ik terug aan het enthousiasme waarmee is gewerkt om tot
een mooi en leesbaar boek te komen. Enige nerveuziteit van mijn kant
was er wel, gezien de ervaringen van vroeger met schoolmeesters en
juffen, zij weten het immers altijd beter. Gelukkig is er alleen maar
een strenge verwijzing naar juist taalgebruik geweest en daar hebben
we ons best voor gedaan.
Tijdens de Nieuwjaarsreceptie in 2014 onthulde directeur Bert Tuk van Christelijke Scholengroep De Waard samen met de 5 burgemeesters van de Hoeksche Waard een kleine expositie samengesteld door Museum Het Oude Raadhuis in de hal van het hoofdkantoor, maar niet nadat hij eerst een enorme poster lanceerde die het gehele jaar bij elke manifestatie dienst zal doen.
krantenartikel.
"Stichting
CSG de Waard is inmiddels een professioneel bedrijf. Het
schoolbestuur heeft alles in eigen hand en is volledig
selfsupporting. Zoals een eigen administratie maar ook een eigen
schoonmaakbedrijf.
Hier
is een reorganisatieproces van jaren aan vooraf gegaan, het resultaat
is een betere kwaliteit tegen lagere kosten.
In
2009 is een Holding opgericht met daarin de voormalige Ver. PCPO
omgezet in de Stichting Christelijke Scholengroep De Waard, er is een
Stichting Vermogensbeheer en een Stichting Ouderbijdragen.
Omdat
er in een wettelijke bepaling is opgenomen dat er onderscheid moet
zijn tussen bestuur en toezicht stelden we een Raad van Toezicht en
een College van Bestuur aan.
In
het nieuwe kantoor aan de Maseratilaan in Oud-Beijerland wordt ruimte
geboden aan Personeelszaken, Financien, Onderwijs en Identiteit,
Bestuur en Secretariaat. Het schoonmaakbedrijf en
kinderopvangorganisatie Kivido en er zijn vergaderruimten.
Met
380 mensen is CSG de Waard een grote werkgever in de Hoeksche Waard.
Er
zijn 17 scholen aangesloten".